Menu

Nederlandse gezinnen leunen zwaar op grootouders

Grootouders zijn onmisbaar geworden voor gezinnen met jonge kinderen. Ze springen in het oppasgat dat de overspannen kinderopvangmarkt achterlaat. Groot voordeel voor opa en oma is dat ze een bijzondere band met hun kleinkinderen opbouwen. Het nadeel? Een weekje overslaan wordt ze niet in dank afgenomen.

Jenny Schram uit het het Brabantse Chaam rijdt om de week naar Amsterdam, waar haar twee kleinkinderen wonen. Als ze op dinsdagochtend weer in de spits staat, vraagt ze zich wel eens af hoeveel lotgenoten in de auto zitten om ook op te passen. “Volgens mij verplaatst het halve land zich voor de kleinkinderen”, zegt de 67-jarige grootmoeder.

Schram vertrekt om 6.15 uur en doet ongeveer 1,5 uur over de rit naar de hoofdstad. Ze is op z’n vroegst om 20.15 uur weer thuis. De andere week komt de andere oma uit de Veluwe naar Amsterdam gereden. “Grootouders wringen zich in allerlei bochten om afstanden te overbruggen”, vat hoogleraar economie Janneke Plantenga samen.

Nederlandse gezinnen leunen zwaar op grootouders. Uit de recentste cijfers uit 2017 blijkt dat 52 procent van de jonge ouders hulp inroept van hun eigen ouders. Bij jonge gezinnen met baby’s passen opa’s en oma’s gemiddeld twaalf uur per week op. Vanaf de kleuterleeftijd gaat het om gemiddeld acht uur per week.

‘Mijn zoon zat in nood’

De kosten van de kinderopvang maken grootouders tot een aantrekkelijk alternatief, ziet Plantenga. “Zeker voor midden- en hoge inkomens is het best duur.” Daar komt bij dat veel Nederlanders, ook grootouders, deeltijd werken. “Daardoor kunnen ze hun werk combineren met één of twee oppasdagen.”

Maar ook de krapte in de kinderopvang speelt een belangrijke rol. De kleinkinderen van Schram konden maar twee van de drie dagen naar de crèche in Amsterdam. “Mijn zoon zat in nood. Natuurlijk wil ik dan helpen.”

Vooral de laatste jaren is er simpelweg een tekort aan opvang en ontstaan er enorme wachtlijsten. Ook een dagje ruilen is er niet meer zomaar bij. Plantenga: “Ik kan me voorstellen dat ouders flexibiliteit van de opvang missen. Grootouders kunnen dat wel bieden.”

Dat ervoer ook de schoondochter van Astrid Vreeburg-de Bondt. Zij ging 3,5 dag werken na de geboorte van haar dochter. Daarvoor moest ze vier hele dagen opvang afnemen. Dat vond ze zonde van het geld. En dus werd oma, die toen ook kraamhulp was, gevraagd om bij te springen.

Vreeburg-de Bondt past inmiddels elke week op: de ene week op haar oudste twee kleinkinderen, de andere week op de twee jongsten. Eerst reisde de 67-jarige grootmoeder nog af naar het huis van haar zoon, een plaatsje verderop. “Dan was ik daar van acht uur ’s ochtends tot acht uur ’s avonds. Ik kookte ook en at mee.” Inmiddels haalt ze de kinderen op van school en neemt ze ze mee naar haar eigen huis.

Verplicht oppassen kan zwaar zijn

Voor de grootouders biedt het oppassen een kans om een speciale band op te bouwen met hun kleinkinderen. Ze gaan niet ‘slechts op bezoek’, maar worden onderdeel van het familieleven. “Door die oppasdag volg ik de ontwikkeling van de kleinkinderen veel beter”, zegt Schram. “Het is eigenlijk ook eigenbelang.” Vreeburg-de Bondt: “Oma’s vinden het zo leuk om te doen.”

Toch kan dat oppassen ook behoorlijk zwaar zijn. Vreeburg-de Bondt vindt die dagen van twaalf uur best pittig. “Met één kleinkind gaat het nog, maar met een tweede merk je wel dat je wat ouder wordt.” Voor Schram is één dag per twee weken de max, gezien de lange reistijd.

Ook kan het verplichte karakter van de oppasdag zwaar zijn, ziet hoogleraar Plantenga. Bij sommige grootouders ontstaat het gevoel dat ze er niet onderuit kunnen omdat iedereen het lijkt te doen. Vreeburg-de Bondt moet haar agenda goed bewaken, “vooral als zoonlief en zijn vrouw whatsappen of ik nog een paar dagen extra kan komen”.

Schram: “Je doet het allemaal met liefde. Maar het is niet zo eenvoudig en vrijblijvend. Er wordt echt op me gerekend.” Vreeburg-de Bondt gaat in september voor het eerst sinds de kleinkinderen er zijn voor langere tijd tijd op vakantie. Dat heeft ze haar kinderen begin dit jaar laten weten. “Die vier weken moeten ze het zelf oplossen.”

Wat gaan opa’s en oma’s doen als kinderopvang vrijwel gratis is?

Vanaf 2027 wil het kabinet de kinderopvang voor iedereen zo goed als gratis maken. Gezien het personeelstekort in de kinderopvang zal dat er niet gelijk toe leiden dat ouders hun kinderen méér naar de opvang brengen, denkt Plantenga.

Als de kinderopvang eenmaal goedkoper én toegankelijker is, krijgen opa’s en oma’s het misschien wat rustiger. “Al gebeurde in Canada juist het omgekeerde toen de prijs van de kinderopvang zakte”, vertelt de hoogleraar. “Daar gingen grootouders – die gemiddeld wat jonger zijn dan in Nederland – meer uren betaald werken omdat ze minder hoefden op te passen.”

Bron: Nu.nl