Menu

Regering wil meer samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs

Het ophogen van niet-groepsgebonden uren, anders opleiden, combinatiebanen, het gelijktrekken van VOG. Dit zijn een aantal voorbeelden van de mogelijke oplossingen voor knelpunten die ministers Wiersma en Van Gennip toelichten in de Kamerbrief ‘oplossingen voor knelpunten samenwerking kinderopvang-onderwijs’. Samenwerking tussen de kinderopvang en het primair onderwijs moet niet een doel op zich zijn, onderstrepen de ministers, maar wel een middel om de ontwikkeling van kinderen te bevorderen.

De BMK, die de toenadering tussen kinderopvang en onderwijs toejuicht, heeft meegedacht over mogelijke oplossingsrichtingen voor de knelpunten. Een deel van die knelpunten in de samenwerking is volgens de branchevereniging terug te leiden tot de verschillende doelen van kinderopvang en onderwijs, maar ook tot de verschillen tussen het kinderopvang- en onderwijsstelsel.

Op volle kracht

In de kamerbrief gaat het bijvoorbeeld over cultuurverschillen tussen de twee sectoren, over combinatiebanen, cao’s en arbeidsvoorwaarden en btw op uitleen van personeel. Ook onderwerpen als gezamenlijke huisvesting en de overgang van kinderopvang naar onderwijs komen aan bod. De ministers zeggen in de brief dat de noodzaak om onnodige obstakels  weg te nemen, breed wordt gevoeld. Ze onderstrepen het belang om meer knelpunten weg te blijven nemen. Zij moedigen de sectorpartijen aan om daar vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheid ‘op volle kracht’ mee door te gaan.

Cultuurverschillen

Een mooie mogelijkheid om de cultuurverschillen tussen het onderwijs en de kinderopvangsector kan de aangekondigde verkenning zijn in het kader van de ‘Cao van de toekomst’. Daarin is meer interprofessionele samenwerking van de kinderopvangsector met het onderwijs het doel: ‘We juichen dit initiatief toe en roepen de kinderopvang- en onderwijssector op hier samen een succes van te maken’, aldus de ministers in de brief.

Cao van de toekomst

Cao-partijen hebben een studieafspraak gemaakt over een cao van de toekomst. Door onderzoek en dialoog willen zij aanbevelingen doen en tot afspraken komen om het voor kinderopvang-professionals gemakkelijker te maken om binnen verschillende branches te werken. Op een manier dat arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden op elkaar aansluiten. Uiterlijk 1 april 2024 komen cao-partijen met een overgangs-cao voor de periode 1 juli 2024 tot 1 januari 2025 als voorbereiding op de cao van de toekomst.

Combinatiebanen

Combinatiebanen tussen kinderopvang en onderwijs kunnen een belangrijke factor zijn in het tegengaan van de personeelstekorten in beide sectoren, staat in de brief. ‘Ook de branchepartijen kinderopvang en primair onderwijs zien combinatiebanen als een van de kansrijke mogelijkheden om de samenwerking verder te brengen en aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden te bieden aan personeel. Combinatiebanen kunnen daarnaast bijdragen aan het creëren van een stabiele en veilige omgeving voor het kind.’ Ook vanuit de brancheorganisaties voor kinderopvang, de werknemersorganisaties en de PO-Raad is er aandacht voor combinatiebanen, leggen de ministers in de brief uit.

De partijen zetten onder meer in op kennisdeling en versterking van de pedagogische basis rondom het kind. Eén van de manieren om dit te bereiken is volgens hen Anders opleiden: meer aandacht voor breed opgeleide en omgevingsgerichte professionals, zodat ook in het onderwijs en de kinderopvang de juiste professionals op de juiste plek beschikbaar zijn.

Cao’s en arbeidsvoorwaarden

Om meer afstem- en overdrachtsmomenten tussen kinderopvang en onderwijs te kunnen realiseren, wordt er gedacht aan het ophogen van niet-groepsgebonden uren in de cao Kinderopvang. Dit vergt mogelijk meer personeelscapaciteit, weten ook de ministers. ‘Maar het kan ook bijdragen aan het verminderen van werkdruk en kan er daarmee aan bijdragen dat de kinderopvang een aantrekkelijker sector wordt om in te werken.’ Een mogelijk effect op uurtarief voor ouders zal daar wellicht bij horen.

Btw op uitlenen personeel

Op de uitleen van personeel tussen kinderopvang en primair onderwijs wordt btw geheven.  Doordat onderwijs- en kinderopvangpartijen deze btw niet in aftrek mogen brengen, werkt de uitleen van personeel tussen kinderopvang en onderwijs kostenverhogend. Dat vormt dus een belemmering voor combinatiebanen. Een handreiking hierover uit 2018 wordt op dit moment geactualiseerd en zal na de zomer worden gepubliceerd, staat in de Kamerbrief.

Schooltijden

Uit meerdere onderzoeken komen de verschillende schooltijden in het primair onderwijs als knelpunt naar voren bij de samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang. Een vijfgelijkedagen-model voor alle scholen wordt daarbij aangeraden door de SER. Om tot een gelijkere verdeling van werktijden, schooltijden en kinderopvang over de week te komen, zullen meerdere gelijktijdige bewegingen nodig zijn bij ouders, scholen en werkgevers.

Partnerkeuze

Een andere uitdaging zit in de financiële hoek: wanneer een school een samenwerking met een kinderopvangaanbieder aangaat, kan het gebeuren dat een ongelijke concurrentieverhoudingen ontstaan. Dit komt, doordat het primair onderwijs is uitgezonderd van de Wet Markt en Overheid. De ministers vinden dat ‘het aandacht en inzet verdient van alle betrokken partijen om de samenwerking tussen de marktgeoriënteerde kinderopvangorganisaties en de publieke onderwijsinstanties zo goed en eerlijk mogelijk te laten verlopen’.

Bron: Tweede Kamer, KinderopvangTotaal