Menu

Een bijbaan in de kinderopvang

Velen zijn er niet van op de hoogte, maar (een deel van de) hbo-studenten is bevoegd om te werken in de kinderopvang. Voor werkgevers zijn studenten interessant voor het invullen van gaten in de roosters. Voor studenten is een dergelijke bijbaan leuk omdat het goed verdient, ze zich flexibel kunnen laten inroosteren én ze werkervaring opdoen in het werkveld waar zij later terechtkomen.

 ‘De leukste bijbaan naast je opleiding!’ Het is het credo waarmee Kinderopvang werkt! studenten probeert warm te maken voor een bijbaan in de kinderopvang. Want dat studenten voor deze bijbaan kunnen kiezen, weten de meesten nog niet. Ook niet alle kinderopvangorganisaties zijn op de hoogte van deze mogelijkheid. Studenten in hun derde of vierde jaar van een hbo-opleiding waar opvoeding en ontwikkeling van kinderen deel van uitmaken, kunnen aan het werk als pm’er. Hebben ze vijftig procent van hun studiepunten binnen (meestal derdejaars), dan mogen ze aan de slag in de bso, gaat het om driekwart dan kunnen ze ook in het kinderdagverblijf werken (meestal vierdejaars).

Davina Koudijs zette namens Kinderopvang werkt! de campagne op om studenten te werven. ‘Met het huidige personeelstekort zijn we op zoek naar mensen die snel inzetbaar zijn. Daarom hebben we een specifieke campagne gericht op studenten, een groep met potentie.’

Nieuwe kennis

De voordelen voor studenten? Koudijs: ‘Anders dan in de supermarkt hebben studenten een bijbaan die relevant is voor hun opleiding. Het betaalt beter en ze kunnen zich flexibel laten inroosteren. Daarnaast leveren ze een waardevolle bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen. Voor studenten die later het zwaardere werk willen doen, zoals in de jeugdzorg, is de kinderopvang een mooie basis.’ Voor een kinderopvangorganisatie is het een mogelijkheid om het personeelstekort terug te dringen, vindt Koudijs. ‘Maar ook komt er op deze manier nieuwe kennis de organisatie binnen. En lukt het om deze studenten te behouden na afloop van de studie, dan draagt het bij aan de kwaliteit van de opvang. Ook het vullen van de flexpool is met deze doelgroep makkelijker.’

Werkervaring

Verschillende kinderopvangorganisaties zijn vorige zomer begonnen met het inzetten van studenten. Het personeelstekort is hiervoor een belangrijke reden, maar ook willen zij als maatschappelijke organisaties studenten ervaring op laten doen in het werkveld waar ze later actief willen zijn. Ze leren dus niet alleen uit een boek, maar zien direct hoe het er in de praktijk aan toe gaat. Ook kunnen studenten voor nieuwe inzichten zorgen. Pm’ers die al lang in het werkveld actief zijn, hebben hun eigen structuur waar ze zich aan vasthouden. Als een student vraagt naar het waarom van een bepaalde aanpak, kan dat mensen aan het denken zetten.

Extra begeleiding

Het werken met studenten heeft echter ook een keerzijde. Een student kampt namelijk met tentamenweken, waardoor hij of zij dan niet beschikbaar kan zijn. Ook kunnen roosters eens in de zoveel tijd wisselen, waardoor opnieuw bekeken moet worden wie wanneer kan werken. Een vast gezicht op de groep wordt op die manier lastig, echter is het goed om te bereiken dat een flexmedewerker uiteindelijk op één vaste locatie werkt.

Een aandachtspunt is de extra begeleiding die studenten nodig hebben. Omdat ze formatief ingezet mogen worden, krijgen ze snel veel verantwoordelijkheid. In de ideale situatie krijgt een student extra begeleiding, maar eigenlijk geldt dat voor alle nieuwelingen. Omdat ze nauwelijks werkervaring hebben, moet een locatiemanager goed bedenken met wie een student het best kan samenwerken. Het is ook belangrijk om te checken of een student het werk daadwerkelijk aan kan. Ze komen rechtstreeks uit de boeken, met een luier verschonen of een flesje geven zijn ze vaak nog niet bekend. Dus extra aandacht voor deze studenten is nodig, zeker in het begin. Maar ondanks dat zullen de voordelen erg zwaar wegen. Het is een maatschappelijk opgave en hierdoor wordt gezorgd dat de studenten binnen de branche zich kunnen ontwikkelen.

Bron: KinderopvangTotaal