Einde ZZP’ers in kinderopvang in zicht door belangrijke uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad heeft vandaag (24 maart 2023) uitspraak gedaan in de zaak van FNV versus Deliveroo. Dit oordeel is zeer belangrijk voor de beoordeling van de schijnzelfstandigheid van ZZP’ers in de zorg (o.a. kinderopvang) en het onderwijs.
De kinderopvangbranche en andere branches in de zorg vragen al een lange tijd om de aanpak van de schijnzelfstandigheid in kinderopvang en onderwijs. Dit vanwege de hoge extra kosten, kwaliteitsverlies en onrust op de arbeidsmarkt. De toename in het laatste jaar van de ZZP’ers is zeer zorgwekkend te noemen. Het oordeel van de Hoge Raad ligt in dezelfde lijn als de voorgenomen aanpassing Wet DBA.
Inbedding van werk
Als men als ZZP’er actief is als pedagogisch medewerker in de kinderopvang, leerkracht in het onderwijs of verpleegkundige in het ziekenhuis is er sprake van inbedding van werk. De ZZP’er kan namelijk niet zelf bepalen wat deze doet, of hoe deze de werkzaamheden uitvoert. De zorgsector werkt met veel protocollen, beleidsregels en wettelijke voorwaarden waaraan voldaan moeten worden. Elk persoon die deze basisfuncties uitvoert moet zich houden aan dezelfde handelingen en werkzaamheden.
Aanpassingen Wet DBA
De wet DBA zal worden aangepast, wat waarschijnlijk per 1 januari 2025 zal ingaan. Hierbij wordt een deel van de regelgeving verduidelijkt. O.a. met bepalingen over ‘materieel gezag‘ (Krijgt iemand instructies en staat hun werk onder toezicht?), ‘organisatorische inbedding‘ (Maakt het werk deel uit van de kernactiviteiten van een bedrijf? Doet de opdrachtnemer in feite hetzelfde werk als een werknemer in de organisatie?) en ‘zelfstandig ondernemerschap binnen een arbeidsrelatie‘.
Oordeel Hoge Raad
De Hoge Raad heeft het oordeel van het hof in stand gelaten dat de bezorgers van Deliveroo werkzaam waren op basis van een arbeidsovereenkomst.
Of van een arbeidsovereenkomst sprake is, hangt volgens de Hoge Raad af van álle omstandigheden van het geval. Het hof heeft die omstandigheden beoordeeld en vervolgens geoordeeld dat bij de Deliveroo-bezorgers sprake was van een arbeidsovereenkomst. Dat oordeel van het hof is volgens de Hoge Raad juridisch niet onjuist en ook begrijpelijk gemotiveerd.
Over de vrijheid van de bezorgers om te werken wanneer zij willen en om zich te laten vervangen, heeft de Hoge Raad overwogen dat het hof onder ogen heeft gezien dat deze omstandigheden wijzen in de richting dat tussen Deliveroo en de bezorgers geen arbeidsovereenkomsten bestonden. Het hof mocht echter op grond van de overige omstandigheden van het geval oordelen dat het toch arbeidsovereenkomsten waren. Daarbij woog mee dat het praktische belang van de vervangingsmogelijkheid voor de bezorgers gering was.
De vraag of aanleiding bestaat voor nadere algemene regels of uitgangspunten om te bepalen of een overeenkomst een arbeidsovereenkomst is, mede ter afgrenzing van het werken als zelfstandig ondernemer, heeft volgens de Hoge Raad de aandacht van de wetgever. Daarbij kan worden gedacht aan uitgangspunten als de inbedding van het werk in de organisatie van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht, of de hoogte van de tegenprestatie voor het werk. Omdat de wetgever met dit onderwerp bezig is, ziet de Hoge Raad op dit moment geen aanleiding voor rechtsontwikkeling.
De officiële en volledige uitspraak is hier te vinden.
Bron: Kinderopvang-Wijzer, Hogeraad
DebiCare Nederland BV
0180 - 555 911
06 - 18 54 99 34
info@debicare.nl
Adres
Zeemanstraat 61 B
2991 XR Barendrecht