
De prijzen van de kinderopvang zijn flink gestegen. Afgelopen maand maakten incasso-organisaties bekend dat duizenden ouders de kinderopvang niet meer op tijd betalen. Door de hoge inflatie raken steeds meer gezinnen in de knel. Het kabinet heeft besloten ouders daar extra voor te compenseren, maar is dat wel genoeg?
Hogere tarieven, hogere compensatie
Kinderopvangorganisaties zijn vrij om een eigen uurtarief vast te stellen. Lees hier hoe het momenteel zit met de kosten en vergoeding binnen de kinderopvang.
Dit jaar heeft de kinderopvangbranche de bruto uurtarieven gemiddeld verhoogd met zo’n 8,7 procent. Dat blijkt uit een inventarisatie van de website nettobijdrage.nl onder meer dan 700 kinderopvangorganisaties. De hoge energieprijzen, stijgende huren en het personeelstekort drijven de tarieven omhoog.
Het kabinet heeft inmiddels wel toegezegd om ouders te compenseren voor de stijgende lasten. In eerste instantie zou de kinderopvangtoeslag met 5,6 procent omhooggaan in 2023, in december maakte het kabinet bekend dat nog extra te verhogen naar 6,6 procent. BOinK heeft de Tweede Kamer daartoe opgeroepen, samen met andere partijen. Hoe hoog de toeslag precies wordt, moet in de loop van dit jaar duidelijk worden. Lees hier wat de verwachtingen zijn voor 2024.
In principe is Gjalt Jellesma, voorzitter en woordvoerder van BOinK (brancheorganisatie van ouders in de kinderopvang), blij met de recente verhoging. Al is het niet voldoende. “De verhoging van de uurprijs gaat om euro’s, de verhoging van de toeslag maar om een paar dubbeltjes.”
Verkeerde prijsprikkels
Gjalt kent voorbeelden van opvangorganisaties in Amsterdam die hun tarief met euro’s omhoog hebben gegooid. “Goede kinderopvang kost wat, laat ik dat voorop stellen. Bij BOinK hebben we ons hard gemaakt voor een hoge kwaliteit van de opvang. Een aantal factoren moet scherp vastgelegd zijn, zoals de maximale groepsgrootte en de opleiding van pedagogisch medewerkers. Er is weinig ruimte om daarbinnen winst te maken. Als een opvang dat wel doet, betekent het eigenlijk dat er iets niet klopt.”
Nu zijn er weinig organisaties waarbij dat het geval is, stelt hij. Wat hij wel ziet: het huidige systeem leidt tot verkeerde prijsprikkels in de markt. Er wordt in de kinderopvang van 0 tot 4-jarigen namelijk één tarief gehanteerd. “Dat kan helemaal niet”, legt Gjalt uit. “Zo’n 70 procent van de uurprijs wordt bepaald door arbeidskosten, terwijl die per leeftijdscategorie enorm verschillen. Voor de opvang van 0- en 1-jarige kinderen heb je twee keer zoveel pedagogische medewerkers nodig als voor de opvang van 2- tot 3-jarige kinderen. Terwijl de prijs hetzelfde is.”
Bron: Nettobijdrage, BOinK, NOG