Menu

Ouders met laagste inkomens zijn de dupe van forse kostenstijging in de kinderopvang

Door de verhoging van de maximum uurprijs en de begrote kostenstijgingen, staan bestuurders van kinderopvangorganisaties momenteel voor een groot dilemma. Hoe kunnen zij dit grote verschil in kostenstijging opvangen? Gjalt Jellesma, voorzitter van BOinK, vreest dat deze organisaties de kosten moeten doorberekenen en de kinderopvang voor ouders met de laagste inkomens straks niet meer te betalen is.

‘Wederom vallen de klappen bij de ouders met de laagste inkomens als de tarieven verhoogd gaan worden’, verzucht hij op de vraag naar de eventuele gevolgen van de enorme kostenstijgingen. ‘Als kinderopvangorganisaties deze kostenstijgingen doorberekenen in hun tarieven, raakt dat deze ouders natuurlijk het meest. Zij zijn ook nog eens degenen die er níet op vooruit gaan als straks 96 procent van de kinderopvangkosten door de overheid betaald wordt. Voor deze ouders zal de kinderopvang volgend jaar wellicht te duur worden en zij zijn degenen die dan hun kind gaan uitschrijven. Wellicht dat hun kinderen dan naar opa’s en oma’s gaan of dat ouders minder gaan werken.’

‘Dit pakt weer nadelig uit voor de ontwikkeling van de kinderen, de carrière van de ouders en het personeelstekort in andere sectoren. De gevolgen zijn op de lange termijn zeer negatief. Terwijl bij deze doelgroep juist de meeste winst te behalen valt als het gaat om arbeidsparticipatie en de ontwikkeling van kinderen.’

Kostenstijgingen

Niet voor niets heeft BOinK daarom de brief ondersteund die cao- en branchepartijen BK, BMK, FNV en CNV aan minister Van Gennip (SZW) hebben gestuurd. Hierin roepen ze de minister op om het maximale fiscale uurtarief voor kinderopvang éxtra te verhogen. Jellesma: ‘De loonkosten stijgen enorm vanwege de inzet van zzp’ers. Daarnaast willen kinderopvangorganisaties hun vaste medewerkers meer betalen. Dan heb je nog de enorme inflatie en energiekosten: alle opvanglocaties moeten warm gehouden worden.’

Sowieso is Jellesma van mening dat er in de dagopvang niet met één uurtarief gewerkt moet worden. ‘Het uurtarief is nu hetzelfde voor een 0- en 1-jarige als voor een 2- of 3-jarige, terwijl de opvang bij 0- en 1-jarigen het dubbele aan personeelskosten kwijt is. Daarom moet je werken met twee tarieven in de kinderdagopvang.’

De invloed van de private equity-discussie

Dé oplossing om een enorme tariefstijging voor ouders te vermijden is volgens Jellesma daarom een verhoging van de kinderopvangtoeslag, bovenop de 5,6 procent verhoging die voor volgend jaar wordt aangehouden. ‘Ik denk alleen dat de sector zich moet realiseren dat de overheid en de maatschappij steeds kritischer wordt over hoe er met het geld van de overheid omgegaan wordt in de kinderopvang. De overheid neemt straks 96 procent in plaats van zoals nu ongeveer 70 procent van de kosten voor haar rekening. Dat zal ongetwijfeld gepaard gaan met de eis om meer transparantie. Ook belangrijk is dat de discussie over private equity zorgvuldig gevoerd wordt. GGD-rapporten en onderzoek laten in tegenstelling tot wat soms beweerd wordt, zien dat de kwaliteit van kinderopvang waarvan de aandelen in handen zijn van private equity, gemiddeld tot hoog is.’

De private equity-discussie zorgt er volgens de BOinK-voorzitter voor dat er bij politiek en media een beeld ontstaat dat er in de kinderopvang zelf én sectorbreed, goud geld verdiend wordt. ‘Doordat regelgeving voorschrijft hoeveel personeel er ingezet wordt en ook op het gebied van huisvesting duidelijke regels stelt, liggen de kosten in de kinderopvang voor 95 procent vast. Natuurlijk is private equity op winst gericht, maar als je private equity wilt aanpakken, moet je dat doen op basis van feiten en niet door onrust te zaaien bij ouders over de kwaliteit. Het beeld dat over hooguit 10 tot 15 procent van de sector gecreëerd wordt, slaat terug op de hele sector en heeft een negatieve invloed op de discussie over de maximale uurprijs.’

Transparantie en overheidsbijdrage

Jellesma vervolgt: ‘BOinK is groot voorstander van het huidige transparante financieringsstelsel. Je ziet voor het geld dat je er in stopt, wat je ervoor terugkrijgt. Bij de lumpsum-financiering in het onderwijs is de effectiviteit van de inzet van middelen bijvoorbeeld niet meer zichtbaar. BOinK verbaast zich over de voorgenomen beleidswijziging per 1 januari 2025. De laagste inkomens blijven hetzelfde betalen, terwijl voor deze groep de toegankelijkheid onder druk staat en juist daarom hun bijdrage verlaagd zou moeten worden.’

BOinK is daarom voor een basistarief voor kinderopvang van goede kwaliteit. ‘Maar het moet voor ouders mogelijk zijn om te kiezen voor kinderopvang met een hoger tarief, waarbij extra diensten zoals warme maaltijden of zwemlessen, worden aangeboden. Wij zien dat ook ouders met lagere inkomens daar doelbewust voor kiezen.’

Bron: BOinK